Als eerste ga je na welke databronnen en geografische gegevens beschikbaar zijn over de pootgoed percelen en de percelen met bieten. Met behulp van het Geografisch Informatie Systeem (GIS) voer je een ruimtelijke analyse uit om de relatie tussen deze twee percelen te bepalen. Dit betekent concreet dat je gaat kijken welke pootgoedpercelen geografisch gezien in de nabijheid liggen van bietenpercelen.

Het doel van deze analyse is niet alleen om een topografisch overzicht te krijgen, maar ook om tegemoet te komen aan de eisen van bepaalde buitenlandse markten. Sommige landen hebben specifieke eisen rondom ziekten die kunnen voorkomen in de nabijheid van bepaalde gewassen, zoals bieten. Nadat je de ruimtelijke relatie tussen de percelen hebt bepaald, koppel je deze informatie aan de exporteisen van de betreffende landen. Op basis van deze koppeling stel je een gedetailleerde lijst samen voor de exportafdeling, zodat zij precies weten welke pootgoedpercelen voldoen aan de gestelde eisen van de importerende landen.