Verkeersleider Scheepvaart

Je zorgt dat je zo snel mogelijk een beeld krijgt van de situatie. Je volgt hiervoor het uitvraagprotocol. Je vraagt bijvoorbeeld of er gewonden zijn, of het schip lek is en of er gevaarlijke stoffen aan boord zijn. Op basis van dit eerst verkregen beeld ga je actie ondernemen. Het kan zijn dat je direct 112 moet bellen voor een brandweer en een ambulance of dat in eerste instantie een patrouille voertuig voldoende is. Ook informeer je de Officier van Dienst. Als de doorgang door het ongeval gestremd wordt, zorg je dat de schepen in de buurt op hun plek wachten en niet doorvaren. Je noteert in welke volgorde je de schepen hebt gezegd dat ze moeten wachten. Je schakelt met de hulpdiensten en wanneer nodig met de gemeente van de omgeving waar het ongeval heeft plaatsgevonden. Wanneer alles weer is opgelost, meld je één voor één aan de schepen in de omgeving dat ze weer mogen gaan varen. Je noteert het incident en gaat daarna verder met je dagelijkse taken.